Col d'Aubisque vanuit Pont Lauguère
Hautacam vanaf D100/D100a
Luz Ardiden vanuit Luz Saint Sauveur
Col de Soulor vanuit Argelès-Gazost
Col du Tourmalet vanuit Luz Saint Sauveur vanuit Sainte Marie de Campan

Col d'Aubisque (hors categorie)

waardering klim

waardering beste tijd

datumafstandvoettophoogteverschilstijging (%)tijdgemiddelde
25-07-200316,0 km540m1709m1169m7,3 (13,2 max)1:05:1414,7 km/u


De Col d'Aubisque is van de cols die ik in de Pyreneeën heb gefietst de mooiste. Vooral de variatie van het landschap is formidabel. De klim heeft mede daardoor meerdere gezichten. Zoals veel cols in de Pyreneeën is ook de Col d'Aubisque grillig. De stijgingspercentages variëren voortdurend, met een stuk van 13% als maximum.


Mijn beklimming van de Col d'Aubisque betekende de laatste col van de vakantie. Zoals vaker was mijn vorm gedurende vakantie gegroeid. De tamelijk vlakke eerste kilometers heb ik flink doorgetrapt om niet achteraf met het gevoel te zitten dat ik juist op het vlakkere stuk tijd heb laten liggen. Nadat ik de andere fietsers achter me had gelaten begon de weg pas echt goed omhoog te lopen. Ondanks mijn goede vorm zat er een aantal stukken in de klim waarop ik aardig heb afgezien. De warmte (het was destijds hittegolf in West-Europa) maakte het er niet makkelijker op. Vanaf Gourette kreeg ik het echt lastig, misschien dat op dat stuk nog wat tijdwinst te behalen valt.

Wat mij betreft is de Col d'Aubisque een absolute aanrader.


Hautacam (hors categorie)

waardering klim

waardering beste tijd

datumafstandvoettophoogteverschilstijging (%)tijdgemiddelde
19-07-200314,5 km424m1516m1092m7,5 (13,1 max)1:02:3114,3 km/u


 

De weg naar het skistation Hautacam is beroemd geworden omdat Miquel Indurain er in de Tour de France van 1994 genadeloos wegreed van de concurrentie (behalve Luc Leblanc want die won) en omdat Bjarne Riis hetzelfde deed in 1996. Het verbaast mij geenszins dat in beide gevallen de latere Tourwinnaar won op Hautacam.
Maar misschien is mijn beeld van deze klim niet helemaal zoals Hautacam werkelijk is. Feit is dat het voor mij een ongelooflijke strijd was om boven te komen, op de eerste twee en de laatste twee kilometers na.

 


Het gemiddelde dat ik die dag reed is nog best acceptabel maar zo voelde het niet. Hautacam is tot op heden ook de enige col waarvan ik de top niet als eerste bereikte (van een select fietsgroepje wel te verstaan). De zomer van 2003 was die van de alsmaar aanhoudende hittegolf in Europa. Ik had er op eerdere cols die vakantie niet bijzonder veel hinder van ondervonden, maar op deze 19 juli was het echt verstikkend heet. De dag ervoor hadden we de klim verkend en geconstateerd dat het niet mee viel, maar dat het voor iemand met een goede dag wel een mooie gelegenheid zou zijn om de rest flink op achterstand te rijden. Ik had er dus erg veel zin in want ik voelde me goed. Totdat ik een kilometer of twee onderweg was. We begonnen hard en ik zat al snel te zweten als een rund. Ik merkte ook dat een van mijn fietsmaten makkelijker reed dan ik. Al snel moest ik hem laten gaan. Dat was ik allesbehalve gewend en het startsein van een uitputtende en tevergeefse achtervolging was gegeven.

Ik kwam dichterbij, kon zijn wiel bijna aanraken en viel weer terug. En nog een keer. Zo nu en dan kreeg ik water over me heen gegooid maar dat bracht slechts heel kort enige verkoeling. Langzaam voelde ik dat het me niet ging lukken er nog bij te komen. De voortdurende wisselingen van het stijgingspercentage kon ik niet meer op de juiste manier beantwoorden. Toen ik de laatste twee kilometer had bereikt zag ik mijn fietsmaat weer rijden op de open vlakte. De ietwat verkoelende wind gaf me weer wat energie en bovendien hoop. Een flinke tempoversnelling bracht me nog akelig dichtbij maar ik strandde op tien luttele seconden ...

Ik vermoed dat het vooral de hitte is geweest die het zo zwaar maakte. Al na een kwartier liepen de koude rillingen van de inspanning over mijn rug en dat is niet echt normaal. Ik doe deze klim naar het skistation graag nog een keer over. Van de omgeving kan ik me niet veel meer herinneren dan dat er erg veel bebossing is tijdens het eerste stuk en heel veel gras tijdens de rest van de klim. In het laatste stuk tot de top loopt er veel vee dat zich er niet van laat weerhouden om rustig te gaan staan 'grazen' op het asfalt.


Luz Ardiden (1e categorie)

waardering klim

waardering beste tijd

datumafstandvoettophoogteverschilstijging (%)tijdgemiddelde
15-07-200313,8 km680m1705m1025m7,4 (9,9 max)1:00:2613,7 km/u
24-07-200314,0 km680m1720m1040m7,4 (9,9 max)0:55:1815,2 km/u


In 2003 reed ik twee keer naar Luz Ardiden. Het waren twee totaal verschillende ervaringen; een slechte en een heel goede. Daarom is mijn beeld van de klim niet helemaal helder, hoewel de oorzaak van de slechte ervaring duidelijk aanwijsbaar is.

Afgaande op de goede ervaring is het een fraaie col. Je rijdt eerst nog tussen de huizen, duikt vervolgens het bos in en komt tenslotte uit op fraaie weilanden waar de weg prachtig naar boven kronkelt (zie foto). Op zich is het een col die, zeker voor Pyreneeën-begrippen, goed loopt. Halverwege zitten drie zware kilometers. Als je daar door heen bent kom je ook wel boven.


24-07-2003

Mijn eerste beklimming werd een enorme beproeving. Slechts één keer heb ik op een col aan opgeven gedacht en op het punt gestaan mijn voeten aan de grond te zetten. Op de Col du Galibier kwam ik ziek boven, Hautacam was een enorme struggle, maar opgeven kwam niet in mij op. Op weg naar Luz Ardiden wel. Het was de eerste klim tijdens de vakantie en ik voelde me goed, misschien wel te goed. De eerste kilometers gingen soepel en ik had geen enkele moeite mijn verzet (39x23) rond te krijgen.

Ik nam me bewust voor om zo lang mogelijk dit verzet te blijven trappen in de hoop dat ik daardoor de concurrentie stuk zou rijden. Op een of andere manier maakte de inspanning dat ik vergat wat ik me voorgenomen had. Het werd steiler en zwaarder, alsmaar zwaarder. Ik was weggereden van mijn fietsmaten maar ze kwamen langzaam weer dichterbij. Ik begreep het niet en raakte langzaam oververhit door de verschroeiende zon. Op het moment dat de eerste achtervolger weer bij mij kwam aansluiten keek ik onder mijn arm door naar zijn voorwiel. Mijn oog viel op mijn ketting en tot mijn grote schrik zag ik dat ik nog altijd met 39x23 omhoog reed. Ik schakelde direct lichter maar kon lange tijd niet in mij ritme komen. Toen degene die was komen aansluiten vervolgens van me wegreed, knapte er iets.

Ik zal niet snel vergeten wat er zich die ene minuut van diepe twijfel afspeelde. Ik zie het wegdek, de berm, het paaltje waar ik mijn voet op wilde zetten nog helder voor me. Voor het eerst dacht ik aan opgeven. Ik overdacht de consequenties, de afgang, het verlies. Mijn wil vond dat ik verder moest, mijn lichaam schreeuwde om opgeven.

15-07-2003

24-07-2003

Maar ik reed door, zag de weilanden opdoemen en voelde dat de wind me verkoeling bracht. Een andere fietsmaat was inmiddels komen aansluiten. Ik voelde dat mijn wil weer de bovenliggende partij was, ik merkte het aan mijn gedachten; ik was weer afstanden en snelheden aan het inschatten. Nog altijd vraag ik me af hoe het kan dat ik op drie kilometer voor de top mijn krachten hervond en alsnog met een halve minuut voorsprong als eerste bovenkwam. In eerste instantie overheerste het gevoel van een mislukte beklimming vanwege de matige tijd. Steeds meer overheerst de verwondering over mijn wederopstanding.

Negen dagen later zou ik een nieuwe poging wagen. Het was een stuk koeler en zelfs mistig boven de boomgrens. Met mijn fietsmaten in de volgwagen (zie tabel voor tussentijden) reed ik omhoog zoals ik tot dan toe niet eerder had gedaan. Ik reed ruim vijf minuten sneller dan eerder die vakantie en had het gevoel dat ik die dag niet moe had kunnen worden, al was de Col dubbel zo lang geweest.

tussentijdkilometertijdkm voor top24-07-2003
01:1513
04:112:5612
07:072:5611
10:573:5010
15:154:189
20:185:038*
24:474:297
29:254:386
33:073:425
37:094:024
41:514:423
46:354:442
??:???:??1
55:18?:??0

* = de kilometers voor de top staan aangegeven op bordjes langs de weg. Niet altijd bleek dat exact 1000m. Tussen kilometer 9 tot kilometer 8 zat 1150 meter ....


Col de Soulor (1e categorie)

waardering klim

waardering beste tijd

datumafstandvoettophoogteverschilstijging (%)tijdgemiddelde
20-07-200319,5 km455m1474m1019m5,2 (11,0 max)1:05:5217,8 km/u


De Col de Soulor is als op zichzelf staande col niet echt bijzonder. Zijn bekendheid heeft de col voor een groot deel te danken aan het feit dat het de voorloper is van de Col d'Aubisque. Na de top volgt een korte afdaling en vervolgens een korte, niet al te steile klim naar de top van de Col d'Aubisque. Deze kilometers lopen echter over een ongelooflijk smalle weg, met een enorme afgrond aan je rechterhand. Dit is afgrond waar Wim van Est zijn beroemde val maakte.


De Col de Soulor kent een tamelijk steil begin dat al snel overgaat in een glooiende weg. Dit stuk, dat maar liefs negen kilometer beslaat, loopt over mooie, brede wegen. Als je goede benen hebt kun je dit deel van de col, op kleine stukjes na, op het buitenblad rijden. De col begint pas echt op zeven kilometer voor de top. De overgang van het glooiende terrein naar een continue stijging van zo'n 8 procent hakt er flink in, zeker als je daarvoor flink hebt doorgetrapt.

Vooral de laatste drie kilometers vielen mij zwaar. Ik heb de col in mijn eentje gereden en reed in feite alleen tegen de klok. Uiteindelijk zat ik ook op deze col ruim een uur tegen mijn maximum aan en dan is elke col zwaar, zeker als de laatste kilometers het steilst zijn.

Ik heb de klim een lage waardering gegeven. Dit is vanwege het tussenstuk dat je nauwelijks doet beseffen dat je een col aan het bedwingen bent. Toch kan deze col de moeite waard zijn als je bijvoorbeeld met een competitief groepje naar boven rijdt.


Col du Tourmalet
(vanuit Luz St. Sauveur, hors categorie)

waardering klim

waardering beste tijd

datumafstandvoettophoogteverschilstijging (%)tijdgemiddelde
22-07-200319,0 km711m2115m1404m7,4 (13,0 max)1:19:2614,4 km/u



De Col du Tourmalet is van twee kanten te beklimmen. Vanuit Luz St. Sauveur is de klim het zwaarst, hoewel de klim aan de andere kant er ook mag zijn. De klim is tot iets voorbij Barèges tamelijk gevarieerd. Hierdoor word je makkelijk afgeleid van hoe steil ook de eerste acht kilometers in feite zijn. Overschatting van je eigen kunnen ligt op de loer en ik was een gewillige prooi. In mijn pogingen om mijn voornaamste 'concurrent' voortijdig af te schudden bleek ik vooral mezelf te pijnigen. Het was zonder succes, ook dat nog.

De laatste tien kilometers waren mede daardoor loodzwaar, maar ook omdat de wind niet gunstig stond. Vooral dit stuk heeft heel veel weg van de Col du Galibier; het niet al te beste wegdek, de open grasvlaktes, de stijgingsper-centages, de ogenschijnlijk haast vlakke weg en vooral ook de laatste moordende kilometer.

Achteraf was het niet eens zo onhandig dat ik niet in m'n eentje aan de laatste tien kilometers begon. Op een aantal momenten zat ik compleet stuk en was ik blij dat er iemand voor me reed in een tempo dat ik kon volgen zonder in zijn wiel te hoeven sterven. De enkele keren dat ik de kop overnam maakte mij duidelijk dat ik niet de sterkste was. Toch sloeg mijn stemming in de laatste drie kilometers volledig om.

Ik kreeg zomaar weer zin om mijn plannen nieuw leven in te blazen. Ik merkte dat de rollen langzaam omdraaide en ik nam me voor in de laatste kilometer alsnog de genadeklap uit te delen. Na een aantal korte 'testdemarrages' werd ik echter compleet verrast door een flitsende aanval vanuit mijn rug. Wat volgde was een dolle sprint waarin ik eerst een gat van zo'n 30 meter moest laten om uiteindelijk alsnog als eerste de top te passeren. Pijn is fijn zal ik maar zeggen ...

De eindtijd is denk ik niet slecht. Het had in ieder geval een stuk slechter geweest als ik de klim die dag alleen had moeten afleggen. Een volgende keer doe ik het anders, en terugkomen doe ik zeker ...


Col du Tourmalet
(vanuit St. Marie de Campan, hors categorie)

waardering klim

waardering beste tijd

datumafstandvoettophoogteverschilstijging (%)tijdgemiddelde
17-07-200317,2 km847m2115m1268m7,4 (13,5 max)1:11:0514,5 km/u


Vanuit St. Marie de Campan is de Col du Tourmalet geregeld scherprechter in de Tour de France. De finish is dan vaak in het skidorp La Mongie. Het is de minst zware kant van de col, maar dat is slechts relatief want de laatste tien kilometer zijn bijzonder zwaar. Het landschap verschilt weinig van de andere kant van de col en bestaat voor het grote deel uit kale graslanden, waar de paarden en koeien soms denken dat ze auto's zijn.

Tot het dorpje Gripp gaat de weg glooiend omhoog. Prima opwarmkilometers, als je ze tenminste daarvoor gebruikt. Mijn eerste en tot op heden enige beklimming was ten tijde van de hittegolf die West-Europa teisterde. Deze col volgde twee dagen na mijn slechte ervaring op Luz Ardiden en ik wilde me hoe dan ook revancheren ten opzichte van vooral mezelf.

Van rustig beginnen was dus geen sprake. Na Gripp stond ik er alleen voor en reed ik gestaag richting de graslanden. Eenmaal uit de bebossing en in de verschroeiende zon begon de strijd tegen mezelf.

Vooral de laatste drie kilometer tot aan La Mongie waren ongelooflijk zwaar. Alleen de gallerijen boden een enkele keer verkoeling. Ik herinner me nog goed dat ik de gallerij kort voor La Mongie uitreed; weer die verschrikkelijke zon in en nog altijd die steile weg, die bovendien maar amper omhoog lijkt te lopen. Maar schijn bedriegt heel erg op de Col de Tourmalet, zeker op de brede stukken voor La Mongie.

Het was druk in het skidorp en het gevoel te worden bekeken door de toeristen leidde mijn aandacht af van hoe ik zat af te zien. Daar hervond ik het ritme dat nodig was om nog enigszins soepel naar de top te rijden. Makkelijk zou het niet meer worden, maar de omstandigheden werden wel iets aangenamer door de verkoelende wind die er vrij spel heeft.

Uiteindelijk realiseerde ik mijn doelen; als eerste boven komen en een beter gevoel overhouden aan de beklimming dan ik eerder overhield aan Luz Ardiden.
Ik ben er diep voor moeten gaan. Toch zal een tweede poging vermoedelijk sneller gaan, mits de temperatuur niet te ver boven de dertig graden ligt.